Gevaarherkenningtips theorie auto
Remmen
Rem om flink snelheid verminderen of, indien nodig, te stoppen. Je snelheid gaat omlaag met 20-25 km/uur. Doe dit bij:
• het passeren van wegwerkzaamheden of obstakels op de rijbaan
• zwakke/ instabiele verkeersdeelnemers
• inhalen en tegelijk passeren van tegenliggers
• drukke (woon/winkel)gebieden, scholen e.d.
• onoverzichtelijke en gevaarlijke kruispunten
• (brede) tegenliggers op smalle wegen
• onoverzichtelijke of scherpe bochten
• grote onderlinge snelheidsverschillen
• als er voor je iets aan de hand is
• het ontstaan van stremming of file
• 3 fietsen naast elkaar
• 2 of meer passerende ruiters
• bal, ganzen, "paraplu"
• (spelende) kinderen
Gas loslaten
Hierdoor ben je extra alert en voorbereid zijn op andere gedragskeuzes van andere verkeersdeelnemers. Je snelheid gaat omlaag met 10-15 km/uur. Doe dit bij:
• een normale bocht binnen de bebouwde kom
• een situatie die je goed kunt overzien
• een situatie die je niet vertrouwt
• een aangepaste snelheid
• slecht weer (sneeuw)
• het passeren van • 1 ruiter
Niets doen
Doe dit bij:
• een situatie die je goed kunt overzien
• een 'ruimtekussen' dat groot genoeg is om je handeling(en) uit te voeren
• weinig onderlinge snelheidsverschillen
• geen direct gevaar
• situaties waarbij je een vlucht- of uitwijkmogelijkheid hebt